Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. borgtocht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor borgtocht (Nederlands) in het Zweeds

borgtocht:

borgtocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de borgtocht
    förbindelse; förpliktelse; skuldsedel

Vertaal Matrix voor borgtocht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbindelse borgtocht aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; affaire; alliantie; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; connectie; contact; correlatie; gebondenheid; koppeling; liaison; lijnverbinding; link; ommegang; onderling verband; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; slippertje; stuurpen; verband; verbinding; verbond; verhouding
förpliktelse borgtocht
skuldsedel borgtocht obligatielening; promesse

Verwante woorden van "borgtocht":

  • borgtochten

Wiktionary: borgtocht


Cross Translation:
FromToVia
borgtocht borgen Kaution — eine vereinbarte Sicherheitsleistung