Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. buitelingen:
  2. buiteling:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buitelingen (Nederlands) in het Zweeds

buitelingen:

buitelingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de buitelingen (tuimelingen)
    fall
    • fall [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buitelingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fall buitelingen; tuimelingen achteruitgang; buiteling; casus; debacle; geval; ineenstorting; ineenzakking; instorting; inzinking; kwestie; naamval; tuimeling

Verwante woorden van "buitelingen":


buitelingen vorm van buiteling:

buiteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de buiteling (tuimeling)
    fall; kullerbytta
    • fall [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kullerbytta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buiteling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fall buiteling; tuimeling achteruitgang; buitelingen; casus; debacle; geval; ineenstorting; ineenzakking; instorting; inzinking; kwestie; naamval; tuimelingen
kullerbytta buiteling; tuimeling koprol; salto; salto-mortale

Verwante woorden van "buiteling":


Wiktionary: buiteling


Cross Translation:
FromToVia
buiteling kullerbytta galipette — Cabriole, pirouette, roulade.