Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. burgers:
  2. burger:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor burgers (Nederlands) in het Zweeds

burgers:

burgers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de burgers (gemeenschap)
    gemenskap
  2. de burgers (landbewoners)
    lantbefolkning

Vertaal Matrix voor burgers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemenskap burgers; gemeenschap gemeente; maatschappij; ommegang; samenleving
lantbefolkning burgers; landbewoners

Verwante woorden van "burgers":


burger:

burger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de burger (staatsburger)
    medborgare; borgare; stadsbo; civilperson

Vertaal Matrix voor burger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borgare burger; staatsburger burgerij; burgerstand; schepvaten
civilperson burger; staatsburger
medborgare burger; staatsburger medeburger; staatsburger; stadgenoot
stadsbo burger; staatsburger

Verwante woorden van "burger":


Wiktionary: burger


Cross Translation:
FromToVia
burger medborgare citizen — legal member of a state
burger innevånare citizen — legal resident of a city
burger innevånare citizen — resident of any particular place
burger civilist citizen — civilian
burger civilist Zivilist — Person, die nicht dem Militär angehört und kein Mitglied einer anderen Kampforganisation ist
burger medborgare citoyen — antiquité|fr homme libre de l'empire romain, qui pouvait non seulement naître à Rome, mais aussi acquérir ces droits et ces privilèges quoiqu’il fût d’un autre pays.

Verwante vertalingen van burgers