Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. citadel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor citadel (Nederlands) in het Zweeds

citadel:

citadel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de citadel (kasteel; ridderslot; ridderkasteel)
    slott; borg; riddarborg
    • slott [-ett] zelfstandig naamwoord
    • borg zelfstandig naamwoord
    • riddarborg zelfstandig naamwoord
  2. de citadel (versterkte legerplaats; sterkte; kasteel; fort)
    citadell; fort
    • citadell [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fort zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor citadel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borg citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot bolwerk
citadell citadel; fort; kasteel; sterkte; versterkte legerplaats
fort citadel; fort; kasteel; sterkte; versterkte legerplaats bastion; bolwerk; fort; onthouden; stroomversnelling; vasten
riddarborg citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot
slott citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot burcht; burchten; kasteel; kastelen; slot; sloten; vestingen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fort alras; rap; snel; vlot; vlug

Verwante woorden van "citadel":

  • citadellen, citadels