Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. conserveren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor conserveren (Nederlands) in het Zweeds

conserveren:

conserveren werkwoord (conserveer, conserveert, conserveerde, conserveerden, geconserveerd)

  1. conserveren (bewaren; behouden)
    förvara; bevara; inlägga
    • förvara werkwoord (förvarar, förvarade, förvarat)
    • bevara werkwoord (bevarar, bevarade, bevarat)
    • inlägga werkwoord (inlägger, inläggde, inlagt)
  2. conserveren (inleggen)
    sylta; konservera; inlägga; inkoka
    • sylta werkwoord (syltar, syltade, syltat)
    • konservera werkwoord (konserverar, konserverade, konserverat)
    • inlägga werkwoord (inlägger, inläggde, inlagt)
    • inkoka werkwoord (inkokar, inkokade, inkokat)
  3. conserveren (instandhouden)
    upprätthålla; bevara; underhålla
    • upprätthålla werkwoord (upprätthåller, upprätthöll, upprätthållit)
    • bevara werkwoord (bevarar, bevarade, bevarat)
    • underhålla werkwoord (underhåller, underhöll, underhållit)

Conjugations for conserveren:

o.t.t.
  1. conserveer
  2. conserveert
  3. conserveert
  4. conserveren
  5. conserveren
  6. conserveren
o.v.t.
  1. conserveerde
  2. conserveerde
  3. conserveerde
  4. conserveerden
  5. conserveerden
  6. conserveerden
v.t.t.
  1. heb geconserveerd
  2. hebt geconserveerd
  3. heeft geconserveerd
  4. hebben geconserveerd
  5. hebben geconserveerd
  6. hebben geconserveerd
v.v.t.
  1. had geconserveerd
  2. had geconserveerd
  3. had geconserveerd
  4. hadden geconserveerd
  5. hadden geconserveerd
  6. hadden geconserveerd
o.t.t.t.
  1. zal conserven
  2. zult conserven
  3. zal conserven
  4. zullen conserven
  5. zullen conserven
  6. zullen conserven
o.v.t.t.
  1. zou conserven
  2. zou conserven
  3. zou conserven
  4. zouden conserven
  5. zouden conserven
  6. zouden conserven
en verder
  1. is geconserveerd
  2. zijn geconserveerd
diversen
  1. conserveer!
  2. conserveert!
  3. geconserveerd
  4. conserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor conserveren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevara behouden; bewaren; conserveren; instandhouden beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; deponeren; opslaan; verduurzamen
förvara behouden; bewaren; conserveren archiveren; bewaren; opbergen; opslaan; stallen
inkoka conserveren; inleggen
inlägga behouden; bewaren; conserveren; inleggen
konservera conserveren; inleggen in blik conserveren; inblikken; inmaken; verduurzamen; vertinnen
sylta conserveren; inleggen inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten
underhålla conserveren; instandhouden binnenhalen; feestelijk onthalen; financieel steunen; fuiven; fêteren; onderhouden; onthalen; ontvangen; vergasten; verlustigen
upprätthålla conserveren; instandhouden behouden; groothouden; in stand houden; onderhouden

Verwante definities voor "conserveren":

  1. het bewerken zodat je het goed kunt bewaren1
    • deze levensmiddelen zijn goed geconserveerd1

Wiktionary: conserveren


Cross Translation:
FromToVia
conserveren lägga in; konservera can — to preserve
conserveren behålla; förvara; konservera conservermaintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
conserveren behålla; förvara; konservera maintenirtenir ferme et fixe.

Verwante vertalingen van conserveren