Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. converteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor converteren (Nederlands) in het Zweeds

converteren:

converteren werkwoord (converteer, converteert, converteerde, converteerden, geconverteerd)

  1. converteren (omzetten; verwisselen)
    omvandla; konvertera
    • omvandla werkwoord (omvandlar, omvandlade, omvandlat)
    • konvertera werkwoord (konverterar, konverterade, konverterat)
  2. converteren
    konvertera
    • konvertera werkwoord (konverterar, konverterade, konverterat)

Conjugations for converteren:

o.t.t.
  1. converteer
  2. converteert
  3. converteert
  4. converteren
  5. converteren
  6. converteren
o.v.t.
  1. converteerde
  2. converteerde
  3. converteerde
  4. converteerden
  5. converteerden
  6. converteerden
v.t.t.
  1. heb geconverteerd
  2. hebt geconverteerd
  3. heeft geconverteerd
  4. hebben geconverteerd
  5. hebben geconverteerd
  6. hebben geconverteerd
v.v.t.
  1. had geconverteerd
  2. had geconverteerd
  3. had geconverteerd
  4. hadden geconverteerd
  5. hadden geconverteerd
  6. hadden geconverteerd
o.t.t.t.
  1. zal converteren
  2. zult converteren
  3. zal converteren
  4. zullen converteren
  5. zullen converteren
  6. zullen converteren
o.v.t.t.
  1. zou converteren
  2. zou converteren
  3. zou converteren
  4. zouden converteren
  5. zouden converteren
  6. zouden converteren
en verder
  1. is geconverteerd
  2. zijn geconverteerd
diversen
  1. converteer!
  2. converteert!
  3. geconverteerd
  4. converterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor converteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
konvertera converteren; omzetten; verwisselen marshallen; omschakelen; overschakelen
omvandla converteren; omzetten; verwisselen ombouwen; omzetten