Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. degenereren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor degenereren (Nederlands) in het Zweeds

degenereren:

degenereren werkwoord (degenereer, degenereert, degenereerde, degenereerden, gedegenereerd)

  1. degenereren (achteruitgaan; verworden; verderven)
    degenerera
    • degenerera werkwoord (degenererar, degenererade, degenererat)
  2. degenereren (ontaarden; achteruitgaan; verworden; verderven)
    degenerera; urarta; vansläktas
    • degenerera werkwoord (degenererar, degenererade, degenererat)
    • urarta werkwoord (urartar, urartade, urartat)
    • vansläktas werkwoord (vansläktar, vansläktade, vansläktat)

Conjugations for degenereren:

o.t.t.
  1. degenereer
  2. degenereert
  3. degenereert
  4. degenereren
  5. degenereren
  6. degenereren
o.v.t.
  1. degenereerde
  2. degenereerde
  3. degenereerde
  4. degenereerden
  5. degenereerden
  6. degenereerden
v.t.t.
  1. ben gedegenereerd
  2. bent gedegenereerd
  3. is gedegenereerd
  4. zijn gedegenereerd
  5. zijn gedegenereerd
  6. zijn gedegenereerd
v.v.t.
  1. was gedegenereerd
  2. was gedegenereerd
  3. was gedegenereerd
  4. waren gedegenereerd
  5. waren gedegenereerd
  6. waren gedegenereerd
o.t.t.t.
  1. zal degenereren
  2. zult degenereren
  3. zal degenereren
  4. zullen degenereren
  5. zullen degenereren
  6. zullen degenereren
o.v.t.t.
  1. zou degenereren
  2. zou degenereren
  3. zou degenereren
  4. zouden degenereren
  5. zouden degenereren
  6. zouden degenereren
diversen
  1. degenereer!
  2. degenereert!
  3. gedegenereerd
  4. degenererend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor degenereren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerera gedegenereerde; ontaarde
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerera achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden verbasteren; vervormen
urarta achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden
vansläktas achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden