Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. departement:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor departement (Nederlands) in het Zweeds

departement:

departement [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de departement (afdeling; detachement; sectie; tak)
    avdelning; sektion
  2. de departement (bestuursregio)
    institution; avdelning; sektion; förvaltningsområde
  3. de departement (ministerie)
    departement; ministerium
  4. de departement (rechtsgebied; jurisdictie)
    jurisdiktion; domsrätt

departement [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de departement
    departement

Vertaal Matrix voor departement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avdelning afdeling; bestuursregio; departement; detachement; sectie; tak afdeling; afschotten; afschutten; ambtsgebied; bestuursgebied; brigade; divisie; sectie; vakje; verdeling
departement departement; ministerie afdelingen; ambtsgebied; bestuursgebied; departementen; ministeries; rijksbetrekking
domsrätt departement; jurisdictie; rechtsgebied arrondissement; rechtsgebied
förvaltningsområde bestuursregio; departement
institution bestuursregio; departement ambtsgebied; bestuursgebied; dienst; instituut
jurisdiktion departement; jurisdictie; rechtsgebied recht; rechtsgebied; rechtsgebieden; rechtspleging; rechtspraak
ministerium departement; ministerie ambtsgebied; bestuursgebied; ministerie
sektion afdeling; bestuursregio; departement; detachement; sectie; tak doorsnee; sectie; segment

Verwante woorden van "departement":


Wiktionary: departement


Cross Translation:
FromToVia
departement ministär ministry — government department