Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dichtbij:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dichtbij (Nederlands) in het Zweeds

dichtbij:

dichtbij bijvoeglijk naamwoord

  1. dichtbij (nabijgelegen; in de buurt; vlakbij; nabij)
    – op een kleine afstand 1
    i närheten

Vertaal Matrix voor dichtbij:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
i närheten dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij hier in de buurt; hieromtrent; in de omtrek

Verwante woorden van "dichtbij":

  • dichtbije

Antoniemen van "dichtbij":


Verwante definities voor "dichtbij":

  1. op een kleine afstand1
    • de school is dichtbij voor ons1

Wiktionary: dichtbij


Cross Translation:
FromToVia
dichtbij nära close — at a little distance
dichtbij nära; i närheten nearby — adjacent
dichtbij i närheten nearby — close to
dichtbij nära; när nigh — near, close by
dichtbij när près — À petite distance ou à peu de temps.