Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dunnen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dunnen (Nederlands) in het Zweeds

dunnen:

dunnen werkwoord (dun, dunt, dunde, dunden, gedund)

  1. dunnen (minder talrijk maken; decimeren)
    decimera; minska i antal; tunna ut
    • decimera werkwoord (decimerar, decimerade, decimerat)
    • minska i antal werkwoord (minskar i antal, minskade i antal, minskat i antal)
    • tunna ut werkwoord (tunnar ut, tunnade ut, tunnat ut)

Conjugations for dunnen:

o.t.t.
  1. dun
  2. dunt
  3. dunt
  4. dunnen
  5. dunnen
  6. dunnen
o.v.t.
  1. dunde
  2. dunde
  3. dunde
  4. dunden
  5. dunden
  6. dunden
v.t.t.
  1. ben gedund
  2. bent gedund
  3. is gedund
  4. zijn gedund
  5. zijn gedund
  6. zijn gedund
v.v.t.
  1. was gedund
  2. was gedund
  3. was gedund
  4. waren gedund
  5. waren gedund
  6. waren gedund
o.t.t.t.
  1. zal dunnen
  2. zult dunnen
  3. zal dunnen
  4. zullen dunnen
  5. zullen dunnen
  6. zullen dunnen
o.v.t.t.
  1. zou dunnen
  2. zou dunnen
  3. zou dunnen
  4. zouden dunnen
  5. zouden dunnen
  6. zouden dunnen
diversen
  1. dun!
  2. dunt!
  3. gedund
  4. dunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dunnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decimera decimeren; dunnen; minder talrijk maken
minska i antal decimeren; dunnen; minder talrijk maken
tunna ut decimeren; dunnen; minder talrijk maken uitdunnen; wegkappen