Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. een avontuurtje hebben:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor een avontuurtje hebben (Nederlands) in het Zweeds

een avontuurtje hebben:

een avontuurtje hebben werkwoord (heb een avontuurtje, hebt een avontuurtje, heeft een avontuurtje, had een avontuurtje, hadden een avontuurtje, een avontuurtje gehad)

  1. een avontuurtje hebben
    ha ett äventyr
    • ha ett äventyr werkwoord (har ett äventyr, hade ett äventyr, haft ett äventyr)

Conjugations for een avontuurtje hebben:

o.t.t.
  1. heb een avontuurtje
  2. hebt een avontuurtje
  3. heeft een avontuurtje
  4. hebben een avontuurtje
  5. hebben een avontuurtje
  6. hebben een avontuurtje
o.v.t.
  1. had een avontuurtje
  2. had een avontuurtje
  3. had een avontuurtje
  4. hadden een avontuurtje
  5. hadden een avontuurtje
  6. hadden een avontuurtje
v.t.t.
  1. heb een avontuurtje gehad
  2. hebt een avontuurtje gehad
  3. heeft een avontuurtje gehad
  4. hebben een avontuurtje gehad
  5. hebben een avontuurtje gehad
  6. hebben een avontuurtje gehad
v.v.t.
  1. had een avontuurtje gehad
  2. had een avontuurtje gehad
  3. had een avontuurtje gehad
  4. hadden een avontuurtje gehad
  5. hadden een avontuurtje gehad
  6. hadden een avontuurtje gehad
o.t.t.t.
  1. zal een avontuurtje hebben
  2. zult een avontuurtje hebben
  3. zal een avontuurtje hebben
  4. zullen een avontuurtje hebben
  5. zullen een avontuurtje hebben
  6. zullen een avontuurtje hebben
o.v.t.t.
  1. zou een avontuurtje hebben
  2. zou een avontuurtje hebben
  3. zou een avontuurtje hebben
  4. zouden een avontuurtje hebben
  5. zouden een avontuurtje hebben
  6. zouden een avontuurtje hebben
diversen
  1. heb een avontuurtje!
  2. een avontuurtje gehad
  3. een avontuurtje hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor een avontuurtje hebben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ha ett äventyr een avontuurtje hebben

Verwante vertalingen van een avontuurtje hebben