Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. effectief:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor effectief (Nederlands) in het Zweeds

effectief:

effectief bijvoeglijk naamwoord

  1. effectief (doeltreffend; efficiënt; doelmatig; krachtig)
    effektiv; effektivt
  2. effectief (heus; reëel; werkelijk; )
    säkerligen; riktig
  3. effectief
    effektiv

Vertaal Matrix voor effectief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
säkerligen zakelijkheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effektiv doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig beproefd; competent; daadwerkelijk; deskundig; deugdelijk; krachtig; met een krachtige uitwerking; metterdaad; oordeelkundig; probaat; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effektivt doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig beproefd; competent; daadwerkelijk; deskundig; deugdelijk; krachtig; met een krachtige uitwerking; metterdaad; oordeelkundig; probaat; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
riktig echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk accuraat; correct; gepaste; geschikte; goed; juist; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
säkerligen echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk beslist; heel zeker

Verwante woorden van "effectief":

  • effectiefst, effectiefste

Wiktionary: effectief


Cross Translation:
FromToVia
effectief faktisk; reell; verklig actual — existing in act or reality, not just potentially
effectief aktiv effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.

Verwante vertalingen van effectief