Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. erfdeel:
  2. Wiktionary:
    • erfdeel → arv


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor erfdeel (Nederlands) in het Zweeds

erfdeel:

erfdeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het erfdeel (wat iemand erft; erfenis; deel)
    arv
    • arv [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor erfdeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arv deel; erfdeel; erfenis; wat iemand erft erfenis; overname

Verwante woorden van "erfdeel":

  • erfdelen

Wiktionary: erfdeel


Cross Translation:
FromToVia
erfdeel arv inheritance — that which a person in entitled to inherit
erfdeel arv héritage — Ce qui venir par voie de succession.