Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. euforie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor euforie (Nederlands) in het Zweeds

euforie:

euforie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de euforie (welbehagen)
    eufori; lycka; glädje
    • eufori [-en] zelfstandig naamwoord
    • lycka [-en] zelfstandig naamwoord
    • glädje [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor euforie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eufori euforie; welbehagen
glädje euforie; welbehagen geneugte; genieten; genoegen; genot; jool; leut; lust; plezier; pret
lycka euforie; welbehagen bof; buitenkansje; fortuintje; geluk; geluk hebbend; gelukkig toeval; gelukzaligheid; geneugte; genieten; genot; heerlijkheid; meevaller; opsteker; succes; verlossing; voordeel; voorspoedigheid; welslagen; welstand; welvaart; zaligheid
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
glädje blijdschap

Wiktionary: euforie


Cross Translation:
FromToVia
euforie eufori Euphorie — ein begeisterter Gemütszustand der Lebensfreude, ein vorübergehendes gesteigertes gutes Lebensgefühl