Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fagot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fagot (Nederlands) in het Zweeds

fagot:

fagot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fagot
    fagott
    • fagott [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fagot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fagott fagot

Verwante woorden van "fagot":

  • fagotten

Wiktionary: fagot

fagot
noun
  1. (muziekinstrument) een houten blaasinstrument met dubbelriet

Cross Translation:
FromToVia
fagot fagott bassoon — musical instrument in the woodwind family
fagot fagott FagottMusik: Holzblasinstrument mit Doppelrohrblatt
fagot fagott; fagottist bassoninstrument de musique à vent qui, dans les orchestres, sert à exécuter des parties de basse.