Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. feliciteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor feliciteren (Nederlands) in het Zweeds

feliciteren:

feliciteren werkwoord (feliciteer, feliciteert, feliciteerde, feliciteerden, gefeliciteerd)

  1. feliciteren (gelukwensen)
    gratulera
    • gratulera werkwoord (gratulerar, gratulerade, gratulerat)

Conjugations for feliciteren:

o.t.t.
  1. feliciteer
  2. feliciteert
  3. feliciteert
  4. feliciteren
  5. feliciteren
  6. feliciteren
o.v.t.
  1. feliciteerde
  2. feliciteerde
  3. feliciteerde
  4. feliciteerden
  5. feliciteerden
  6. feliciteerden
v.t.t.
  1. heb gefeliciteerd
  2. hebt gefeliciteerd
  3. heeft gefeliciteerd
  4. hebben gefeliciteerd
  5. hebben gefeliciteerd
  6. hebben gefeliciteerd
v.v.t.
  1. had gefeliciteerd
  2. had gefeliciteerd
  3. had gefeliciteerd
  4. hadden gefeliciteerd
  5. hadden gefeliciteerd
  6. hadden gefeliciteerd
o.t.t.t.
  1. zal feliciteren
  2. zult feliciteren
  3. zal feliciteren
  4. zullen feliciteren
  5. zullen feliciteren
  6. zullen feliciteren
o.v.t.t.
  1. zou feliciteren
  2. zou feliciteren
  3. zou feliciteren
  4. zouden feliciteren
  5. zouden feliciteren
  6. zouden feliciteren
en verder
  1. ben gefeliciteerd
  2. bent gefeliciteerd
  3. is gefeliciteerd
  4. zijn gefeliciteerd
  5. zijn gefeliciteerd
  6. zijn gefeliciteerd
diversen
  1. feliciteer!
  2. feliciteert!
  3. gefeliciteerd
  4. feliciterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor feliciteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gratulera feliciteren; gelukwensen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gratulera gefeliciteerd

Wiktionary: feliciteren


Cross Translation:
FromToVia
feliciteren gratulera; lyckönska; gratta congratulate — to express one’s sympathetic pleasure or joy to the person(s) it is felt for
feliciteren gratulera félicitercomplimenter quelqu’un sur un succès, sur un événement agréable.