Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. foefje:
  2. foef:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor foefje (Nederlands) in het Zweeds

foefje:

foefje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het foefje (truc; kunstje; kneep; kneepje; maniertje)
    trick
    • trick [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor foefje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trick foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc foef; kunstgreep; list; loer; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; streek; truc; trucage

Verwante woorden van "foefje":


foef:

foef [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. foef
    knep; trick; påhitt
    • knep [-ett] zelfstandig naamwoord
    • trick [-ett] zelfstandig naamwoord
    • påhitt [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor foef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knep foef capriool; gekke streek; truc; trucage
påhitt foef
trick foef foefje; kneep; kneepje; kunstgreep; kunstje; list; loer; maniertje; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; streek; truc; trucage

Verwante woorden van "foef":