Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fuga:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fuga (Nederlands) in het Zweeds

fuga:

fuga [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fuga
    fuga
    • fuga [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fuga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuga fuga

Verwante woorden van "fuga":

  • fugaatje, fugaatjes