Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gedrang:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gedrang (Nederlands) in het Zweeds

gedrang:

gedrang [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gedrang (drukte; toeloop; toevloed)
    flöde; brådska; ståhej; liv; väsen; rusning
    • flöde [-ett] zelfstandig naamwoord
    • brådska [-en] zelfstandig naamwoord
    • ståhej [-ett] zelfstandig naamwoord
    • liv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • väsen zelfstandig naamwoord
    • rusning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gedrang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brådska drukte; gedrang; toeloop; toevloed gauwigheid; gebrom; gehaastheid; gemurmel; geroezemoes; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed
flöde drukte; gedrang; toeloop; toevloed doorspoeling; doorvloeiing; route; stroom; stroomdimensielid
liv drukte; gedrang; toeloop; toevloed bestaan; bestendigheid; duurzaamheid; existentie; geharrewar; leven; levens; leventje; stampei; tamtam; zijn
rusning drukte; gedrang; toeloop; toevloed runs; stormlopen
ståhej drukte; gedrang; toeloop; toevloed
väsen drukte; gedrang; toeloop; toevloed deining; drukte; kouwe drukte; ophef; oproer; opstand; opstootje; rel; rumoer; volksoproer; vuistgevecht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brådska ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden