Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal gelijkmatigheid

Vertaal gelijkmatigheid van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

gelijkmatigheid:
- lugnhet; jämnmodighet; likhet
gelijkmatig:
- fast; stadig
Wiktionary:
- gelijkmatig → stadig, jämn, ackurat, prompt, regelmässig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelijkmatigheid (Nederlands) in het Zweeds

gelijkmatigheid:

gelijkmatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de gelijkmatigheid (gelijkmoedigheid; kalmte; onverstoorbaarheid)
lugnhet; jämnmodighet
- lugnhet zelfstandig naamwoord
- jämnmodighet zelfstandig naamwoord
de gelijkmatigheid (gelijkheid)
likhet
- likhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gelijkmatigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jämnmodighet	gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; kalmte; onverstoorbaarheid
likhet	gelijkheid; gelijkmatigheid	analogie; blijkbaarheid; eenheid; eenvormigheid; gelijkaardigheid; gelijkenis; gelijksoortigheid; gelijkvormigheid; klaarblijkelijkheid; konterfeitsel; overeenkomst; soortgelijkheid; uniformiteit
lugnhet	gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; kalmte; onverstoorbaarheid

Verwante woorden van "gelijkmatigheid":

gelijkmatig

gelijkmatigheid vorm van gelijkmatig:

gelijkmatig bijvoeglijk naamwoord

gelijkmatig (gestaag)
fast; stadig
- fast bijvoeglijk naamwoord
- stadig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gelijkmatig:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fast		abstineren; vasten
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fast	gelijkmatig; gestaag	degelijk; hecht; solide; stevig
stadig	gelijkmatig; gestaag	corpulent; degelijk; dik; gezet; lijvig; solide; stabiel; stevig; zwaarlijvig

Verwante woorden van "gelijkmatig":

gelijkmatigheid, gelijkmatiger, gelijkmatigere, gelijkmatigst, gelijkmatigste, gelijkmatige

Wiktionary: gelijkmatig

Cross Translation:

From	To	Via
• gelijkmatig	→ stadig; jämn	↔ even — without great variation
• gelijkmatig	→ ackurat; prompt; regelmässig	↔ régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.