Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. genietbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor genietbaar (Nederlands) in het Zweeds

genietbaar:

genietbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. genietbaar (te genieten)
    trevligt; njutbar; angenäm; angenämt; njutbart

Vertaal Matrix voor genietbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angenäm genietbaar; te genieten aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig
angenämt genietbaar; te genieten aangenaam; behaaglijk; comfortabel; fijn; gemakkelijk; geriefelijk; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig
njutbar genietbaar; te genieten
njutbart genietbaar; te genieten aangenaam; fijn; lekker; prettig
trevligt genietbaar; te genieten aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; behaaglijk; bekoorlijk; betoverend; bevallig; charmant; comfortabel; fijn; gemakkelijk; geriefelijk; heugelijk; heuglijk; jofel; knap; lekker; leuk; luisterrijk; magnifiek; menswaardig; mooi; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schitterend; verblijdend

Verwante woorden van "genietbaar":

  • genietbare

Wiktionary: genietbaar


Cross Translation:
FromToVia
genietbaar smaklig palatable — pleasing to the taste