Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gepeins (Nederlands) in het Zweeds

gepeins:

gepeins [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gepeins (gemijmer)
    tänkande
  2. het gepeins (mijmering; gemijmer)
    funderande; grubblande; dagdrömmande
  3. het gepeins (overpeinzing; overdenking; meditatie)
    tanke; kontemplation; fundering; reflektion
  4. het gepeins (gepieker; geprakkizeer)
    grubblande

Vertaal Matrix voor gepeins:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagdrömmande gemijmer; gepeins; mijmering dagdromen
funderande gemijmer; gepeins; mijmering prakkizeren
fundering gepeins; meditatie; overdenking; overpeinzing
grubblande gemijmer; gepeins; gepieker; geprakkizeer; mijmering gepruttel; gesputter
kontemplation gepeins; meditatie; overdenking; overpeinzing
reflektion gepeins; meditatie; overdenking; overpeinzing afspiegeling; bespiegeling; bezinning; inkeer; overdenking met commentaar; reflectie
tanke gepeins; meditatie; overdenking; overpeinzing begrip; benul; bespiegeling; denkbeeld; gedachte; idee; mentale voorstelling; overdenking met commentaar
tänkande gemijmer; gepeins denkwerk; hoofdarbeid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tänkande in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend