Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geschapen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geschapen (Nederlands) in het Zweeds

geschapen:

geschapen bijvoeglijk naamwoord

  1. geschapen (geboren; ter wereld gekomen)
    födelse
  2. geschapen (gecreëerd; gemaakt)
    skapad; skapat
  3. geschapen (bedeeld; gezegend)
    välsignad; välsignat

Vertaal Matrix voor geschapen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
födelse geboren; geschapen; ter wereld gekomen
skapad gecreëerd; gemaakt; geschapen
skapat gecreëerd; gemaakt; geschapen
välsignad bedeeld; geschapen; gezegend dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig; geprezen; gezegend
välsignat bedeeld; geschapen; gezegend dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig; geprezen; gezegend

Verwante woorden van "geschapen":

  • geschapene