Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gespannenheid:
  2. gespannen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gespannenheid (Nederlands) in het Zweeds

gespannenheid:

gespannenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gespannenheid (emotionele spanning; spanning)
    stress
    • stress [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de gespannenheid (strakheid; spanning)
    spändhet; snävhet; anspänning; stramhet
  3. de gespannenheid (ingespannenheid; concentratie)
    spänning; anspänning

Vertaal Matrix voor gespannenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anspänning concentratie; gespannenheid; ingespannenheid; spanning; strakheid
snävhet gespannenheid; spanning; strakheid
spändhet gespannenheid; spanning; strakheid
spänning concentratie; gespannenheid; ingespannenheid inspanning; last; moeite; soesa
stramhet gespannenheid; spanning; strakheid nauwheid; smalheid
stress emotionele spanning; gespannenheid; spanning agitatie; beroering; gejaagdheid; gewoel; mentale spanning; ongedurigheid; onrust; stress

Verwante woorden van "gespannenheid":


gespannen:

gespannen bijvoeglijk naamwoord

  1. gespannen (gestressd; opgejaagd)
    ansträngd; spänt; ansträngt

Vertaal Matrix voor gespannen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansträngd gespannen; gestressd; opgejaagd gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk
ansträngt gespannen; gestressd; opgejaagd afmattend; gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; moemakend; onnatuurlijk; uitputtend; vermoeiend
spänt gespannen; gestressd; opgejaagd strak; strakgespannen

Verwante woorden van "gespannen":


Wiktionary: gespannen


Cross Translation:
FromToVia
gespannen spänd; sträckt taut — tight; under tension, as in a rope or bow string
gespannen spänd tense — showing stress or strain