Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal gezetheid

Vertaal gezetheid van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

gezetheid:
- övervikt; korpulens; mullighet; tjockhet; rundhet
gezet:
- tjock; kraftigt; tjockt; stadig; stadigt
Wiktionary:
- gezet → tjock, fet, grov, korpulent

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezetheid (Nederlands) in het Zweeds

gezetheid:

gezetheid [znw.] zelfstandig naamwoord

gezetheid (zwaarlijvigheid; corpulentie; lijvigheid)
övervikt; korpulens; mullighet; tjockhet; rundhet
- övervikt [-en] zelfstandig naamwoord
- korpulens [-en] zelfstandig naamwoord
- mullighet [-en] zelfstandig naamwoord
- tjockhet zelfstandig naamwoord
- rundhet zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gezetheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
korpulens	corpulentie; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid	dikte; lijvigheid
mullighet	corpulentie; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid
rundhet	corpulentie; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid	bolheid
tjockhet	corpulentie; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid	dikheid
övervikt	corpulentie; gezetheid; lijvigheid; zwaarlijvigheid	overgewicht; overwicht

Verwante woorden van "gezetheid":

gezet

gezetheid vorm van gezet:

gezet bijvoeglijk naamwoord

gezet (zwaarlijvig; dik; corpulent; lijvig)
tjock; kraftigt; tjockt; stadig; stadigt
- tjock bijvoeglijk naamwoord
- kraftigt bijvoeglijk naamwoord
- tjockt bijvoeglijk naamwoord
- stadig bijvoeglijk naamwoord
- stadigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gezet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tjockt		olie; reuzel; smeer; vet
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kraftigt	corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig	doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; flink; fors; forse; fysiek sterk; grof; grofgebouwd; heftig; hevig; intens; klemmend; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lijvig; lomp; massief; met een krachtige uitwerking; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; niet hol; omvangrijk; potig; robuust; ruw; sterk; stevig; struis; uitdrukkelijk; vitaal; volumineus; zwaar; zwaargebouwd
stadig	corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig	degelijk; gelijkmatig; gestaag; solide; stabiel; stevig
stadigt	corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig	bestendig; constant; grof; grofgebouwd; lomp; ruw; stabiel; stevig
tjock	corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
tjockt	corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd

Verwante woorden van "gezet":

gezetheid

Wiktionary: gezet

Cross Translation:

From	To	Via
• gezet	→ tjock; fet	↔ fat — carrying a larger than normal amount of fat on one's body
• gezet	→ tjock	↔ fat — thick
• gezet	→ tjock; grov	↔ thick — heavy in build
• gezet	→ korpulent	↔ korpulent — von kräftiger, fülliger Gestalt