Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor glazig (Nederlands) in het Zweeds

glazig:

glazig bijvoeglijk naamwoord

  1. glazig (glasachtig)
    glaserad; glaserat; glansigt; spegelblankt; glaslikt; glaslik
  2. glazig (uitdrukkingsloos; leeg; wazig; nietszeggend; wezenloos)
    uttrycklös; uttrycklöst

Vertaal Matrix voor glazig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glansigt glasachtig; glazig geglaceerd; geglansd; gelikt; gladjanusachtig; glanzend
glaserad glasachtig; glazig geglaceerd; geglazuurd
glaserat glasachtig; glazig geglaceerd; geglazuurd
glaslik glasachtig; glazig
glaslikt glasachtig; glazig
spegelblankt glasachtig; glazig
uttrycklös glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos
uttrycklöst glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos

Verwante woorden van "glazig":

  • glazigheid, glazige