Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. glooiing:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor glooiing (Nederlands) in het Zweeds

glooiing:

glooiing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de glooiing (glooiingshoek)
    fallenhet; böjelse
  2. de glooiing (flauwe helling)
    sluttning
  3. de glooiing (talud; helling; afgang; berm; dijkhelling)
    hänga; luta
    • hänga [-en] zelfstandig naamwoord
    • luta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glooiing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böjelse glooiing; glooiingshoek declinatie; draai; genegenheid; geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; keer; kentering; kronkel; neiging; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; twist; verdraaiing
fallenhet glooiing; glooiingshoek faculteit; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
hänga afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud
luta afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud luit
sluttning flauwe helling; glooiing glooiende heuvel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hänga niksen; ophangen; opknopen; rondhangen; rondlummelen; uitbuiken; uitzakken

Verwante woorden van "glooiing":

  • glooiingen