Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. goed gaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor goed gaan (Nederlands) in het Zweeds

goed gaan:

goed gaan werkwoord (ga goed, gaat goed, ging goed, goed gegaan)

  1. goed gaan (het goed maken)
    bestämma sig; uppfiffa
    • bestämma sig werkwoord (bestämmer sig, bestämde sig, bestämt sig)
    • uppfiffa werkwoord (uppfiffar, uppfiffade, uppfiffat)

Conjugations for goed gaan:

o.t.t.
  1. ga goed
  2. gaat goed
  3. gaat goed
  4. gaan goed
  5. gaan goed
  6. gaan goed
o.v.t.
  1. ging goed
  2. ging goed
  3. ging goed
  4. gingen goed
v.t.t.
  1. ben goed gegaan
  2. bent goed gegaan
  3. is goed gegaan
  4. zijn goed gegaan
  5. zijn goed gegaan
  6. zijn goed gegaan
v.v.t.
  1. was goed gegaan
  2. was goed gegaan
  3. was goed gegaan
  4. waren goed gegaan
  5. waren goed gegaan
  6. waren goed gegaan
o.t.t.t.
  1. zal goed gaan
  2. zult goed gaan
  3. zal goed gaan
  4. zullen goed gaan
  5. zullen goed gaan
  6. zullen goed gaan
o.v.t.t.
  1. zou goed gaan
  2. zou goed gaan
  3. zou goed gaan
  4. zouden goed gaan
  5. zouden goed gaan
  6. zouden goed gaan
diversen
  1. ga goed!
  2. gaat goed!
  3. goed gegaan
  4. goed gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor goed gaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestämma sig goed gaan; het goed maken
uppfiffa goed gaan; het goed maken

Verwante vertalingen van goed gaan