Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. groepen:
  2. groep:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor groepen (Nederlands) in het Zweeds

groepen:

groepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de groepen
    grupper

Vertaal Matrix voor groepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grupper groepen categorieën; kapellen; muziekgezelschappen

Verwante woorden van "groepen":


groep:

groep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de groep (aantal personen bijeen; gezelschap)
    sällskap; grupp
    • sällskap [-ett] zelfstandig naamwoord
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de groep
    grupp
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de groep (samenscholing; accumulatie; bende; troep; hoop)
    ihop sättning
  4. de groep (toneelgezelschap; ensemble; theaterensemble; gezelschap; theatergroep)
    teatertrupp; teatersällskap
  5. de groep (distributielijst; distributiegroep)
    grupp; distributionslista

groep werkwoord

  1. groep
    gruppera
    • gruppera werkwoord (grupperar, grupperade, grupperat)

Vertaal Matrix voor groep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grupp aantal personen bijeen; distributiegroep; distributielijst; gezelschap; groep blaaskapel; categorie; classificatie; community; drom; factie; fanfare; fanfarekorps; gemeente; gezelschap; groep mensen; groepering; harmonie; horde; kapel; kernploeg; klasse; kudde; massa; muziekkorps; partij; ploeg; schaar; schare; suite; team; troep; werkgroep
ihop sättning accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep
sällskap aantal personen bijeen; gezelschap; groep ambachtsgilde; assemblee; bond; club; compagnie; dispuut; gezelschap; gilde; maatschappij; orde; organisatie; partijen; samenleving; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging; verenigingsdispuut
teatersällskap ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
teatertrupp ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gruppera groep arrangeren; classificeren; groeperen; indelen; ordenen; rangschikken; systematiseren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
distributionslista distributiegroep; distributielijst; groep adressenlijst

Verwante woorden van "groep":


Verwante definities voor "groep":

  1. aantal mensen, dieren of dingen die bij elkaar horen1
    • ik zag een groep mensen aankomen1

Wiktionary: groep


Cross Translation:
FromToVia
groep krets circle — group of persons
groep grupp group — number of things or persons being in some relation to each other
groep grupp group — in group theory
groep grupp group — column in the periodic table
groep grupp GruppeKategorie zum Einordnen und Auffinden von Personen, Sachen, Sachverhalten oder Begriffen
groep grupp GruppeAnzahl von Personen oder Dingen, die gemeinsame Merkmale haben
groep grupp GruppeMilitär: zweitgrößte Gliederungsform einer militärischen Teileinheit
groep grupp GruppeMathematik, Algebra: eine Menge zusammen mit einer inneren Verknüpfung, für die das Assoziativgesetz gilt, ein neutrales Element existieren und zu jedem Element ein inverses.
groep grupp groupeensemble de personnes, voire d’animaux.