Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. halsdoek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor halsdoek (Nederlands) in het Zweeds

halsdoek:

halsdoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de halsdoek (sjaal; shawl; das)
    sjal; hukle; scarf
    • sjal [-en] zelfstandig naamwoord
    • hukle zelfstandig naamwoord
    • scarf [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de halsdoek (bandana)
    halsduk; sjal; scarf
    • halsduk [-en] zelfstandig naamwoord
    • sjal [-en] zelfstandig naamwoord
    • scarf [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor halsdoek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halsduk bandana; halsdoek omslagdoek; shawl; sjaal
hukle das; halsdoek; shawl; sjaal
scarf bandana; das; halsdoek; shawl; sjaal
sjal bandana; das; halsdoek; shawl; sjaal haardoek; hoofddoek; omslagdoek; shawl; sjaal

Verwante woorden van "halsdoek":

  • halsdoeken, halsdoekje, halsdoekjes

Wiktionary: halsdoek


Cross Translation:
FromToVia
halsdoek schal châlevêtement féminin consistant en un carré de tissu qu'on mettre sur son dos et ses épaules pour se tenir au chaud.