Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. heisa:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heisa (Nederlands) in het Zweeds

heisa:

heisa [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de heisa (toestand)
    dun; ludd; fjun
    • dun [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ludd [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fjun [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de heisa (krakeel; drukte)
    bråk; tjafs; krakel
    • bråk [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tjafs [-ett] zelfstandig naamwoord
    • krakel zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor heisa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bråk drukte; heisa; krakeel drukte; gevechten; kouwe drukte; ophef; rumoer; stennis; vechtpartijen
dun heisa; toestand kapok; pluisje
fjun heisa; toestand dons; kapok; nesthaar
krakel drukte; heisa; krakeel
ludd heisa; toestand kapok; pluisje
tjafs drukte; heisa; krakeel drukte; geklooi; gerommel; gerotzooi; kouwe drukte; ophef; rumoer