Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. honen:
  2. hoon:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor honen (Nederlands) in het Zweeds

honen:

honen werkwoord (hoon, hoont, hoonde, hoonden, gehoond)

  1. honen (verguizen; beschimpen)
    baktala; aga; svärta ned
    • baktala werkwoord (baktalar, baktalade, baktalat)
    • aga werkwoord
    • svärta ned werkwoord (svärtar ned, svärtade ned, svärtat ned)

Conjugations for honen:

o.t.t.
  1. hoon
  2. hoont
  3. hoont
  4. honen
  5. honen
  6. honen
o.v.t.
  1. hoonde
  2. hoonde
  3. hoonde
  4. hoonden
  5. hoonden
  6. hoonden
v.t.t.
  1. heb gehoond
  2. hebt gehoond
  3. heeft gehoond
  4. hebben gehoond
  5. hebben gehoond
  6. hebben gehoond
v.v.t.
  1. had gehoond
  2. had gehoond
  3. had gehoond
  4. hadden gehoond
  5. hadden gehoond
  6. hadden gehoond
o.t.t.t.
  1. zal honen
  2. zult honen
  3. zal honen
  4. zullen honen
  5. zullen honen
  6. zullen honen
o.v.t.t.
  1. zou honen
  2. zou honen
  3. zou honen
  4. zouden honen
  5. zouden honen
  6. zouden honen
diversen
  1. hoon!
  2. hoont!
  3. gehoond
  4. honend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor honen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aga beschimpen; honen; verguizen
baktala beschimpen; honen; verguizen
svärta ned beschimpen; honen; verguizen

Verwante woorden van "honen":


Wiktionary: honen


Cross Translation:
FromToVia
honen håna bafouertraiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.

honen vorm van hoon:

hoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hoon (spotternij; bespotting; spot; )
    hån; gyckel; åtlöje; gäckeri; spefullhet
    • hån [-ett] zelfstandig naamwoord
    • gyckel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • åtlöje [-ett] zelfstandig naamwoord
    • gäckeri [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spefullhet [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de hoon (ironie; bespotting; sarcasme; )
    hån; förakt
    • hån [-ett] zelfstandig naamwoord
    • förakt [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. de hoon (hoongelach)
    hån; förlöjligande; hånskratt

Vertaal Matrix voor hoon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förakt bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; spot; spotternij geringschatting; minachting; schamperheid; verachting; versmading
förlöjligande hoon; hoongelach bespotting; gespot; ironie; sarcasme; spot; spotternij
gyckel aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij kluchten; spotternij
gäckeri aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij belediging; beschimping; schamp; spot
hån aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; hoongelach; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij belediging; beschimping; schamp; schamperheid; spot; spotternij; versmading
hånskratt hoon; hoongelach
spefullhet aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij spotternij
åtlöje aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij

Verwante woorden van "hoon":