Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. inboedel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inboedel (Nederlands) in het Zweeds

inboedel:

inboedel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inboedel (boedel; huisraad)

Vertaal Matrix voor inboedel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
möbler och husgeråd boedel; huisraad; inboedel

Verwante definities voor "inboedel":

  1. spullen in een huis1
    • onze hele inboedel heeft waterschade1