Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ingeven (Nederlands) in het Zweeds

ingeven:

ingeven werkwoord (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)

  1. ingeven (dicteren)
    diktera
    • diktera werkwoord (dikterar, dikterade, dikterat)
  2. ingeven (inboezemen; inspireren)
    inspirera; inge
    • inspirera werkwoord (inspirerar, inspirerade, inspirerat)
    • inge werkwoord (inger, ingav, ingivit)
  3. ingeven (iets aanraden; adviseren; suggereren; raden)
    föreslå; föreställa
    • föreslå werkwoord (föreslår, föreslog, föreslagit)
    • föreställa werkwoord (föreställer, föreställde, föreställt)
  4. ingeven (iemand iets toedienen; geven; verstrekken; binnen gieten)
    utöva; förvalta; administrera; handha
    • utöva werkwoord (utövar, utövade, utövat)
    • förvalta werkwoord (förvaltar, förvaltade, förvaltat)
    • administrera werkwoord (administrerar, administrerade, administrerat)
    • handha werkwoord (handhar, handhade, handhaft)
  5. ingeven (geneesmiddel toedienen; verstrekken; toedienen; geven)
    sköta; tilldela; administrera; dela ut
    • sköta werkwoord (sköter, skötte, skött)
    • tilldela werkwoord (tilldelar, tilldelade, tilldelat)
    • administrera werkwoord (administrerar, administrerade, administrerat)
    • dela ut werkwoord (delar ut, delade ut, delat ut)
  6. ingeven (influisteren; souffleren)
    viska; viska i någons öra
    • viska werkwoord (viskar, viskade, viskat)
    • viska i någons öra werkwoord (viskar i någons öra, viskade i någons öra, viskat i någons öra)

Conjugations for ingeven:

o.t.t.
  1. geef in
  2. geeft in
  3. geeft in
  4. geven in
  5. geven in
  6. geven in
o.v.t.
  1. gaf in
  2. gaf in
  3. gaf in
  4. gaven in
  5. gaven in
  6. gaven in
v.t.t.
  1. heb ingegeven
  2. hebt ingegeven
  3. heeft ingegeven
  4. hebben ingegeven
  5. hebben ingegeven
  6. hebben ingegeven
v.v.t.
  1. had ingegeven
  2. had ingegeven
  3. had ingegeven
  4. hadden ingegeven
  5. hadden ingegeven
  6. hadden ingegeven
o.t.t.t.
  1. zal ingeven
  2. zult ingeven
  3. zal ingeven
  4. zullen ingeven
  5. zullen ingeven
  6. zullen ingeven
o.v.t.t.
  1. zou ingeven
  2. zou ingeven
  3. zou ingeven
  4. zouden ingeven
  5. zouden ingeven
  6. zouden ingeven
diversen
  1. geef in!
  2. geeft in!
  3. ingegeven
  4. ingevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ingeven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administrera binnen gieten; geneesmiddel toedienen; geven; iemand iets toedienen; ingeven; toedienen; verstrekken administreren; beheren; besturen
dela ut geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; toedienen; verstrekken distribueren; geven; ronddelen; rondgeven; rondreiken; schenken; uitdelen; uitreiken; verdelen; verlenen; verstrekken
diktera dicteren; ingeven dicteren; een brief dicteren; gebieden; gelasten; voorschrijven
föreslå adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanraden; aanvoeren; adviseren; duiden op; een voorstel doen; naar voren brengen; opperen; poneren; suggereren; te berde brengen; ter overweging geven; van raad dienen; voorleggen; voorslaan; voorstellen; wijzen op
föreställa adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; suggereren aanvoeren; opperen; poneren; te berde brengen
förvalta binnen gieten; geven; iemand iets toedienen; ingeven; verstrekken administreren; beheren; besturen
handha binnen gieten; geven; iemand iets toedienen; ingeven; verstrekken
inge inboezemen; ingeven; inspireren inscherpen
inspirera inboezemen; ingeven; inspireren bejubelen; bezielen; een inspirerende werking hebben; inspireren; toejuichen
sköta geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; toedienen; verstrekken administreren; beheren; besturen; iets aankunnen; managen; verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
tilldela geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; toedienen; verstrekken delegeren; gunnen; herverkavelen; iets toekennen; overdragen; plaats toekennen; plaatsen; toebedelen; toebrengen; toekennen; toewijzen
utöva binnen gieten; geven; iemand iets toedienen; ingeven; verstrekken inspannen; moeite geven
viska influisteren; ingeven; souffleren fluisteren; smiespelen; smoezen
viska i någons öra influisteren; ingeven; souffleren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
tilldela toewijzen