Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. inlas:
  2. inlezen:
  3. inlassen:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inlas (Nederlands) in het Zweeds

inlas:

inlas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de inlas (ingevoegd stuk; invoeging)
    insättning; infogning

Vertaal Matrix voor inlas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infogning ingevoegd stuk; inlas; invoeging invoegen
insättning ingevoegd stuk; inlas; invoeging deposito; storten

Verwante woorden van "inlas":


inlezen:

inlezen werkwoord (lees in, leest in, las in, lazen in, ingelezen)

  1. inlezen
    läsa in; lära in
    • läsa in werkwoord (läser in, läste in, läst in)
    • lära in werkwoord (lär in, lärde in, lärt in)

Conjugations for inlezen:

o.t.t.
  1. lees in
  2. leest in
  3. leest in
  4. lezen in
  5. lezen in
  6. lezen in
o.v.t.
  1. las in
  2. las in
  3. las in
  4. lazen in
  5. lazen in
  6. lazen in
v.t.t.
  1. heb ingelezen
  2. hebt ingelezen
  3. heeft ingelezen
  4. hebben ingelezen
  5. hebben ingelezen
  6. hebben ingelezen
v.v.t.
  1. had ingelezen
  2. had ingelezen
  3. had ingelezen
  4. hadden ingelezen
  5. hadden ingelezen
  6. hadden ingelezen
o.t.t.t.
  1. zal inlezen
  2. zult inlezen
  3. zal inlezen
  4. zullen inlezen
  5. zullen inlezen
  6. zullen inlezen
o.v.t.t.
  1. zou inlezen
  2. zou inlezen
  3. zou inlezen
  4. zouden inlezen
  5. zouden inlezen
  6. zouden inlezen
en verder
  1. ben ingelezen
  2. bent ingelezen
  3. is ingelezen
  4. zijn ingelezen
  5. zijn ingelezen
  6. zijn ingelezen
diversen
  1. lees in!
  2. leest in!
  3. ingelezen
  4. inlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inlezen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lära in inlezen leerstof erin stampen; vossen
läsa in inlezen

Wiktionary: inlezen


Cross Translation:
FromToVia
inlezen ladda load — to read into memory

inlas vorm van inlassen:

inlassen werkwoord (las in, last in, laste in, lasten in, ingelast)

  1. inlassen
    sätta in; foga in; skjuta in
    • sätta in werkwoord (sätter in, satte in, satt in)
    • foga in werkwoord (fogar in, fogade in, fogat in)
    • skjuta in werkwoord (skjuter in, sköt in, skjutit in)

Conjugations for inlassen:

o.t.t.
  1. las in
  2. last in
  3. last in
  4. lassen in
  5. lassen in
  6. lassen in
o.v.t.
  1. laste in
  2. laste in
  3. laste in
  4. lasten in
  5. lasten in
  6. lasten in
v.t.t.
  1. heb ingelast
  2. hebt ingelast
  3. heeft ingelast
  4. hebben ingelast
  5. hebben ingelast
  6. hebben ingelast
v.v.t.
  1. had ingelast
  2. had ingelast
  3. had ingelast
  4. hadden ingelast
  5. hadden ingelast
  6. hadden ingelast
o.t.t.t.
  1. zal inlassen
  2. zult inlassen
  3. zal inlassen
  4. zullen inlassen
  5. zullen inlassen
  6. zullen inlassen
o.v.t.t.
  1. zou inlassen
  2. zou inlassen
  3. zou inlassen
  4. zouden inlassen
  5. zouden inlassen
  6. zouden inlassen
en verder
  1. ben ingelast
  2. bent ingelast
  3. is ingelast
  4. zijn ingelast
  5. zijn ingelast
  6. zijn ingelast
diversen
  1. las in!
  2. last in!
  3. ingelast
  4. inlassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inlassen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foga in inlassen
skjuta in inlassen binnengooien; invoegen; overgaan op nieuwe rijbaan
sätta in inlassen bijstorten; binnensteken; insteken; op rekening storten; tussenlassen

Verwante woorden van "inlassen":