Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. innemen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor innemen (Nederlands) in het Zweeds

innemen:

innemen werkwoord (neem in, neemt in, nam in, namen in, ingenomen)

  1. innemen (medicijn innemen)
    ta medicin
    • ta medicin werkwoord (tar medicin, tog medicin, tagit medicin)
  2. innemen (kleding inkorten)
    lägga upp kläder

Conjugations for innemen:

o.t.t.
  1. neem in
  2. neemt in
  3. neemt in
  4. nemen in
  5. nemen in
  6. nemen in
o.v.t.
  1. nam in
  2. nam in
  3. nam in
  4. namen in
  5. namen in
  6. namen in
v.t.t.
  1. ben ingenomen
  2. bent ingenomen
  3. is ingenomen
  4. zijn ingenomen
  5. zijn ingenomen
  6. zijn ingenomen
v.v.t.
  1. was ingenomen
  2. was ingenomen
  3. was ingenomen
  4. waren ingenomen
  5. waren ingenomen
  6. waren ingenomen
o.t.t.t.
  1. zal innemen
  2. zult innemen
  3. zal innemen
  4. zullen innemen
  5. zullen innemen
  6. zullen innemen
o.v.t.t.
  1. zou innemen
  2. zou innemen
  3. zou innemen
  4. zouden innemen
  5. zouden innemen
  6. zouden innemen
en verder
  1. heb ingenomen
  2. hebt ingenomen
  3. heeft ingenomen
  4. hebben ingenomen
  5. hebben ingenomen
  6. hebben ingenomen
diversen
  1. neem in!
  2. neemt in!
  3. ingenomen
  4. innemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor innemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga upp kläder innemen; kleding inkorten
ta medicin innemen; medicijn innemen
- bezetten

Synoniemen voor "innemen":


Antoniemen van "innemen":


Verwante definities voor "innemen":

  1. een plaats in beslag nemen1
    • die koelkast neemt te veel plaats in1
  2. inslikken1
    • hij neemt zijn pillen elke dag in1
  3. nauwer maken1
    • je bent mager geworden, ik zal dat jasje innemen1
  4. veroveren1
    • de stad werd ingenomen door de Serviërs1

Verwante vertalingen van innemen