Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. inzien:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inzien (Nederlands) in het Zweeds

inzien:

inzien werkwoord (zie in, ziet in, zag in, zagen in, ingezien)

  1. inzien (beseffen; realiseren; onderkennen; doorzien)
    inse; fatta; göra klart för sig
    • inse werkwoord (inser, insåg, insett)
    • fatta werkwoord (fattar, fattade, fattat)
    • göra klart för sig werkwoord (gör klart för sig, gjorde klart för sig, gjort klart för sig)
  2. inzien (met het verstand vatten; begrijpen; snappen)
    förstå; inse; begripa; greppa; fatta
    • förstå werkwoord (förstår, förstod, förstått)
    • inse werkwoord (inser, insåg, insett)
    • begripa werkwoord (begriper, begripte, begript)
    • greppa werkwoord (grepper, greppte, greppt)
    • fatta werkwoord (fattar, fattade, fattat)
  3. inzien (doorzien hebben)
    förstå; se igenom
    • förstå werkwoord (förstår, förstod, förstått)
    • se igenom werkwoord (ser igenom, såg igenom, sett igenom)
  4. inzien (inkijken)
    inse
    • inse werkwoord (inser, insåg, insett)

Conjugations for inzien:

o.t.t.
  1. zie in
  2. ziet in
  3. ziet in
  4. zien in
  5. zien in
  6. zien in
o.v.t.
  1. zag in
  2. zag in
  3. zag in
  4. zagen in
  5. zagen in
  6. zagen in
v.t.t.
  1. heb ingezien
  2. hebt ingezien
  3. heeft ingezien
  4. hebben ingezien
  5. hebben ingezien
  6. hebben ingezien
v.v.t.
  1. had ingezien
  2. had ingezien
  3. had ingezien
  4. hadden ingezien
  5. hadden ingezien
  6. hadden ingezien
o.t.t.t.
  1. zal inzien
  2. zult inzien
  3. zal inzien
  4. zullen inzien
  5. zullen inzien
  6. zullen inzien
o.v.t.t.
  1. zou inzien
  2. zou inzien
  3. zou inzien
  4. zouden inzien
  5. zouden inzien
  6. zouden inzien
en verder
  1. is ingezien
diversen
  1. zie in!
  2. ziet in!
  3. ingezien
  4. inziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inzien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begripa begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen
fatta begrijpen; beseffen; doorzien; inzien; met het verstand vatten; onderkennen; realiseren; snappen buitmaken; iets bemachtigen; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; te pakken krijgen; vangen; verkrijgen
förstå begrijpen; doorzien hebben; inzien; met het verstand vatten; snappen bemerken; bespeuren; gewaarworden; merken; ontwaren; tolken; verstaan; voelen; waarnemen; zien
greppa begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; grijpen; vastklampen; vastpakken
göra klart för sig beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren
inse begrijpen; beseffen; doorzien; inkijken; inzien; met het verstand vatten; onderkennen; realiseren; snappen kapitaliseren
se igenom doorzien hebben; inzien beginnen te snappen; door kijken; doorgronden; doorhebben; doorkijken; doorkrijgen; doorzien; erdoorheen kijken; erdoorheen zien

Verwante definities voor "inzien":

  1. beseffen hoe het zit1
    • hij zag in dat hij moest veranderen1
  2. inkijken, bekijken1
    • mag ik dit rapport even inzien?1
  3. verwachten dat het zo zal verlopen1
    • ik zie de toekomst somber in1

Wiktionary: inzien


Cross Translation:
FromToVia
inzien se in; ha uppsikt över einsehen — in etwas hineinsehen, einen Einblick haben
inzien se igenom; ögna igenom einsehen — etwas prüfen, einen Einblick nehmen
inzien inse einsehen — selbst zu der Überzeugung kommen
inzien inse einsehen — sich durch andere überzeugen lassen