Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. item:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor item (Nederlands) in het Zweeds

item:

item [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het item (voorwerp; goed; artikel; )
    punkt; artikel
    • punkt [-en] zelfstandig naamwoord
    • artikel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het item (artikel)
    artikel
    • artikel [-en] zelfstandig naamwoord
  3. het item (Outlook-item)
  4. het item

Vertaal Matrix voor item:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artikel artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak artikel; bericht; brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; lidwoord; partje; snippertje; stukje
punkt artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak pointe
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Outlook-objekt Outlook-item; item
objekt Outlook-item; item object

Verwante woorden van "item":

  • items, itempje, itempjes

Wiktionary: item


Cross Translation:
FromToVia
item detalj détailchacun des parties qui concourent à la composition et à la formation d’un ensemble.