Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kalven:
  2. kalf:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kalven (Nederlands) in het Zweeds

kalven:

kalven werkwoord (kalf, kalft, kalfde, kalfden, gekalfd)

  1. kalven (kalveren werpen)
    kalva
    • kalva werkwoord (kalvar, kalvade, kalvat)

Conjugations for kalven:

o.t.t.
  1. kalf
  2. kalft
  3. kalft
  4. kalven
  5. kalven
  6. kalven
o.v.t.
  1. kalfde
  2. kalfde
  3. kalfde
  4. kalfden
  5. kalfden
  6. kalfden
v.t.t.
  1. heb gekalfd
  2. hebt gekalfd
  3. heeft gekalfd
  4. hebben gekalfd
  5. hebben gekalfd
  6. hebben gekalfd
v.v.t.
  1. had gekalfd
  2. had gekalfd
  3. had gekalfd
  4. hadden gekalfd
  5. hadden gekalfd
  6. hadden gekalfd
o.t.t.t.
  1. zal kalven
  2. zult kalven
  3. zal kalven
  4. zullen kalven
  5. zullen kalven
  6. zullen kalven
o.v.t.t.
  1. zou kalven
  2. zou kalven
  3. zou kalven
  4. zouden kalven
  5. zouden kalven
  6. zouden kalven
diversen
  1. kalf!
  2. kalft!
  3. gekalfd
  4. kalvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kalven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalva kalven; kalveren werpen

Verwante woorden van "kalven":


kalven vorm van kalf:

kalf [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kalf
    kalv; kalvkött
    • kalv [-en] zelfstandig naamwoord
    • kalvkött [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het kalf
    kalv
    • kalv [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kalf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalv kalf deel van het onderbeen; kuit
kalvkött kalf kalfsvlees

Verwante woorden van "kalf":


Wiktionary: kalf


Cross Translation:
FromToVia
kalf kalv calf — young cow or bull
kalf kalv calf — young elephant, seal or whale (also used of some other animals)
kalf kalv veau — Petit de la vache