Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kapel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kapel (Nederlands) in het Zweeds

kapel:

kapel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kapel (muziekkorps; fanfare; blaaskapel; fanfarekorps; harmonie)
    band; grupp; orkester
    • band [-ett] zelfstandig naamwoord
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
    • orkester [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kapel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; harmonie; kapel; muziekkorps aansluiting; band; bandjes; binding; cassette; cassettebandje; connectie; draagband; draagriem; galon; gebondenheid; geluidsband; inktlint; kapellen; koorden; liaison; link; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; omzoming; relatie; samenhang; snoeren; strook; tres; verband; verbinding
grupp blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; harmonie; kapel; muziekkorps aantal personen bijeen; categorie; classificatie; community; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; gemeente; gezelschap; groep; groep mensen; groepering; horde; kernploeg; klasse; kudde; massa; partij; ploeg; schaar; schare; suite; team; troep; werkgroep
orkester blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; harmonie; kapel; muziekkorps orkest

Verwante woorden van "kapel":


Wiktionary: kapel


Cross Translation:
FromToVia
kapel kapell KapelleReligion: einfach gestaltetes Andachtsgebäude, kleines Gotteshaus, das nicht für regelmäßige Gottesdienste einer Gemeinde bestimmt ist
kapel fjäril papillon — Papillon de jour (rhopalocère)