Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klepel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klepel (Nederlands) in het Zweeds

klepel:

klepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klepel (kleppel)
    tunga; klappa
    • tunga [-en] zelfstandig naamwoord
    • klappa [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klepel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klappa klepel; kleppel
tunga klepel; kleppel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klappa klapperen; kozen

Verwante woorden van "klepel":

  • klepelen, klepels, klepeltje, klepeltjes