Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kluit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kluit (Nederlands) in het Zweeds

kluit:

kluit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kluit (hoop; berg)
    mängd; massa
    • mängd [-en] zelfstandig naamwoord
    • massa [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kluit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
massa berg; hoop; kluit bende; drom; hoop; horde; kudde; massa; menigte; schaar; schare; troep
mängd berg; hoop; kluit aantal; aggregatie; collectie; hoeveelheid; kwantiteit; partij

Verwante woorden van "kluit":

  • kluiten, kluitje