Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. knipoogje:
  2. knipoog:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knipoogje (Nederlands) in het Zweeds

knipoogje:

knipoogje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het knipoogje
    blinka
    • blinka [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knipoogje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka knipoogje getintel; tinteling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka excelleren; flonkeren; knipogen; knipperen; met oogleden op en neer gaan; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken

Verwante woorden van "knipoogje":


knipoogje vorm van knipoog:

knipoog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knipoog (seintje; oogwenk)
    blinkning

Vertaal Matrix voor knipoog:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinkning knipoog; oogwenk; seintje flonkering; wink

Verwante woorden van "knipoog":