Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. knotje:
  2. knot:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knotje (Nederlands) in het Zweeds

knotje:

knotje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het knotje (wrong; knoedel; vlecht; )
    knut; hårknut
    • knut zelfstandig naamwoord
    • hårknut [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knotje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hårknut haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; knotje haar; pluk haar; toet
knut haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; schuifknoop; streng garen; strik

Verwante woorden van "knotje":


knot:

knot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knot (streng garen)
    knut
    • knut zelfstandig naamwoord
  2. de knot (knotje haar)
    hårknut
  3. de knot (wrong; knoedel; vlecht; )
    knut; hårknut
    • knut zelfstandig naamwoord
    • hårknut [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hårknut haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; knotje haar; vlecht; wrong pluk haar; toet
knut haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; streng garen; vlecht; wrong schuifknoop; strik

Verwante woorden van "knot":


Verwante vertalingen van knotje