Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. knutselwerk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knutselwerk (Nederlands) in het Zweeds

knutselwerk:

knutselwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het knutselwerk (knutselarij; knutselen; geknutsel)
    plockande; pillande; fingrande; knåpande
  2. het knutselwerk (broddelwerk; kladwerk; prutswerk; knoeiwerk)
    klåperi; fuskverk

Vertaal Matrix voor knutselwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fingrande geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk geknoei; gesjoemel; vingerzetting
fuskverk broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
klåperi broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
knåpande geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk
pillande geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk
plockande geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk