Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. koophandel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koophandel (Nederlands) in het Zweeds

koophandel:

koophandel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de koophandel (koopwaar; handelswaar; nering; )
    vara; handelsvara
  2. de koophandel (handel; negotie; handelsverkeer)
    förhandling
  3. de koophandel (handeldrijven; handelsverkeer; handel; nering; ruilverkeer)
    handelsdriva

Vertaal Matrix voor koophandel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förhandling handel; handelsverkeer; koophandel; negotie gerechtszitting
handelsdriva handel; handeldrijven; handelsverkeer; koophandel; nering; ruilverkeer
handelsvara handel; handelswaar; klandizie; koophandel; koopwaar; nering; waar handelsartikel; handelsproduct
vara handel; handelswaar; klandizie; koophandel; koopwaar; nering; waar basisproduct; product

Verwante vertalingen van koophandel