Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kraagje:
  2. kraag:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kraagje (Nederlands) in het Zweeds

kraagje:

kraagje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kraagje (boordje)
    krage
    • krage [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kraagje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krage boordje; kraagje boord; boordsel; galon; halskraag; kraag; omzoming; oplegsel; passement

Verwante woorden van "kraagje":


kraag:

kraag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kraag (boord; halskraag)
    krage; halskrage

Vertaal Matrix voor kraag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halskrage boord; halskraag; kraag
krage boord; halskraag; kraag boordje; boordsel; galon; kraagje; omzoming; oplegsel; passement

Verwante woorden van "kraag":


Wiktionary: kraag


Cross Translation:
FromToVia
kraag krage collar — fabric garment part fitting around throat
kraag krage col — Partie d'habit autour du cou.