Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. laaien:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor laaien (Nederlands) in het Zweeds

laaien:

laaien werkwoord (laai, laait, laaide, laaiden, gelaaid)

  1. laaien
    laga; brinna; blossa; stå i ljusan låga
    • laga werkwoord (lagar, lagade, lagat)
    • brinna werkwoord (brinner, brann, brunnit)
    • blossa werkwoord (blossar, blossade, blossat)
    • stå i ljusan låga werkwoord (står i ljusan låga, stod i ljusan låga, stått i ljusan låga)

Conjugations for laaien:

o.t.t.
  1. laai
  2. laait
  3. laait
  4. laaien
  5. laaien
  6. laaien
o.v.t.
  1. laaide
  2. laaide
  3. laaide
  4. laaiden
  5. laaiden
  6. laaiden
v.t.t.
  1. ben gelaaid
  2. bent gelaaid
  3. is gelaaid
  4. zijn gelaaid
  5. zijn gelaaid
  6. zijn gelaaid
v.v.t.
  1. was gelaaid
  2. was gelaaid
  3. was gelaaid
  4. waren gelaaid
  5. waren gelaaid
  6. waren gelaaid
o.t.t.t.
  1. zal laaien
  2. zult laaien
  3. zal laaien
  4. zullen laaien
  5. zullen laaien
  6. zullen laaien
o.v.t.t.
  1. zou laaien
  2. zou laaien
  3. zou laaien
  4. zouden laaien
  5. zouden laaien
  6. zouden laaien
diversen
  1. laai!
  2. laait!
  3. gelaaid
  4. laaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor laaien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blossa laaien
brinna laaien aanbranden; ontbranden; ontsteken; ontvlammen; vuur vatten
laga laaien bereiden; brouwen; fiksen; gaten dichten; goedmaken; herstellen; iets toebereiden; klaarmaken; klusje opknappen; klussen; maken; prepareren; rechtzetten; repareren; stoppen; verstellen
stå i ljusan låga laaien

Wiktionary: laaien


Cross Translation:
FromToVia
laaien flamma; flamma upp flame — produce flames