Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lacune:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lacune (Nederlands) in het Zweeds

lacune:

lacune [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lacune (leegte; leemte)
    lucka; gap; tomrum
    • lucka [-en] zelfstandig naamwoord
    • gap [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tomrum [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lacune:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gap lacune; leegte; leemte bek; gaping; hiaat; muil; smoel; smoelwerk; waffel
lucka lacune; leegte; leemte bres; gaping; gat; hiaat; luik; onderdeur; opening
tomrum lacune; leegte; leemte lege ruimte; luchtledige ruimte; ruimtes; vacuüm

Verwante woorden van "lacune":

  • lacunes

Wiktionary: lacune


Cross Translation:
FromToVia
lacune gap; uppehåll hiatus — gap in a series
lacune tomrum; lucka Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte