Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lef:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lef (Nederlands) in het Zweeds

lef:

lef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lef (durf; moed; gewaagdheid)
    mod; nerv
    • mod zelfstandig naamwoord
    • nerv [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mod durf; gewaagdheid; lef; moed dapperheid; kaalheid; koenheid; kranigheid; moed; onversaagdheid
nerv durf; gewaagdheid; lef; moed zenuw

Wiktionary: lef


Cross Translation:
FromToVia
lef fräckhet gall — impudence or brazenness
lef mod Mut — Geisteshaltung, bei der Handlungen in einer gefährlichen, kritischen oder waghalsigen Situation energisch und furchtlos ausgeführt werden
lef mod Mut — Gemütszustand, in dem neue Aufgaben mit Zuversicht begonnen oder fortgeführt werden
lef mandom; mod abattage — Traductions à trier suivant le sens
lef djärvhet; fräckhet audacehardiesse excessif.
lef mandom; mod courage — Caractéristique de vaincre la peur, supporter la souffrance, braver le danger